1

Kaart 1: Vlieg op!

Wat ik moet weten of kunnen na deze opdracht:

  • Ik kan beschrijven hoe je door de douane gaat.
  • Ik kan beschrijven wat er met je bagage gebeurt.
  • Ik kan Schiphol op de kaart aanwijzen.
  • Ik kan stap voor stap beschrijven wat je doet als je op Schiphol aankomt.
  • Ik kan stap voor stap beschrijven wat je op Schiphol doet om in het vliegtuig te komen.
  • Ik kan uitleggen waar je een boarding pass (of instapkaart) voor nodig hebt.
  • Ik kan uitleggen wat handbagage is en welke regels er zijn voor handbagage.
  • Ik kan uitleggen wat inchecken en wat de douane is.
  • Ik kan uitleggen wat taxfree winkelen is.
  • Ik kan vertellen wat er in de aankomsthal en in de vertrekhal gebeurt.
  • Ik kan vertellen wat Schiphol is.

Sleutelwoorden die ik kan gebruiken voor deze opdracht: